Alle voorwerpen met een temperatuur boven het absolute nulpunt (0 Kelvin / -273.15 °C) stralen warmte uit in de vorm van infrarode straling. Hoe warmer en/of groter het voorwerp is, hoe meer straling deze uitzendt.
Een PIR sensor (Passief Infra Rood sensor) is ontworpen om deze infrarode straling te detecteren.

Een PIR sensor bestaat uit twee naast elkaar gepositioneerde sensoren die zich in een metalen behuizing achter een IR doorlatend window bevinden. Deze sensoren zijn gemaakt van IR gevoelig materiaal, pyroelectric sensoren. Deze sensoren detecteren IR straling. Een PIR sensor meet de verschillen in gedetecteerde straling tussen deze twee sensoren.
Als alles in rust is zullen beide sensoren dezelfde hoeveelheid IR straling ontvangen, dit is de omgevingsstraling. Hierop zullen de sensoren en dus het smart-alarm zich instellen.

Als er een warm voorwerp, b.v. een persoon of een dier langs de PIR sensor passeert, zal deze eerst in het “gezichtsveld” van de eerste sensor komen. Dit betekend een verschil in IR straling tussen de 2 sensoren in de PIR sensor. Op dit verschil reageert de PIR sensor en dus het smart-alarm. Als het warme voorwerp verder de PIR sensor passeert zal de eerste sensor weer in de normaal of ruststand komen en de tweede sensor op het warme voorwerp reageren.

Beide sensoren in de PIR sensor zijn tegengesteld geschakeld. De eerste sensor zal een positieve signaal geven bij een detectie en de tweede sensor een  negatief signaal.
De beide sensoren zijn tegengesteld geschakeld zodat bij een plotselinge wijziging van omgevingsstraling, dit door beide sensoren wordt gedetecteerd en het signaal van beide sensoren elkaar opheft (som van beide signalen) en dit geen alarm veroorzaakt.

Een PIR sensor en het smart-alarm zal dus alleen reageren als een voorwerp passeert. In de praktijk zal het smart-alarm ook reageren op een voorwerp dat van voren nadert maar dit zal pas op enkele meters afstand zijn.